Epilepsiesyndromen

Op deze pagina

Een epilepsiesyndroom is een bepaalde vorm van epilepsie. Er zijn meerdere soorten epilepsiesyndromen, die allemaal een beetje van elkaar verschillen. Die verschillen kunnen zijn:

  • De aanvallen van epilepsie
  • De plaatsen in de hersenen waar de afwijking zit
  • De ernst van het epilepsiesyndroom
  • De manieren waarop onderzoek wordt gedaan naar het epilepsiesyndroom
  • De manieren waarop het epilepsiesyndroom wordt behandeld

Er zijn epilepsiesyndromen die goed te behandelen zijn en waar bijvoorbeeld medicijnen goed kunnen helpen. Andere syndromen zijn juist moeilijker te behandelen met medicijnen. Bij sommige syndromen gaat ook de verstandelijke ontwikkeling van de persoon achteruit.

Goede diagnose is belangrijk

Omdat er zo veel verschillen zijn is het voor een arts heel belangrijk om te weten om welk syndroom het gaat. Alleen op die manier kan de arts de patiënt goed behandelen en begeleiden. Soms is genetisch onderzoek zinvol.

Kenmerken van een epilepsiesyndroom

Een epilepsiesyndroom heeft een aantal specifieke kenmerken:

Een voorbeeld: juveniele myoclonische epilepsie

Een voorbeeld van een epilepsiesyndroom is juveniele myoclonische epilepsie (JME). Deze vorm komt veel voor bij jonge mensen. Zij hebben vaak absences (kort afwezig zijn) en daarnaast langdurige aanvallen (tonisch-clonisch). Sommige van deze jongeren hebben ook last van tics of schokken (myoclonieën). De aanvallen beginnen meestal tussen het tiende en twintigste levensjaar en komen meestal als iemand net wakker is. Op hersenfilms is deze vorm van epilepsiesyndroom vaak goed te zien. Er zijn dan bepaalde golven zichtbaar die kenmerkend zijn voor dit syndroom.

Bekijk ook EpilepsieNL voor informatie over de verschillende syndromen.