Aanvallen worden niet altijd veroorzaakt door epilepsie. Soms lijken aanvallen erg op epilepsie, maar hebben ze een andere oorzaak. Deze aanvallen heten ‘psychogene niet-epileptische aanvallen’, afgekort PNEA. Epilepsie en PNEA kunnen ook samen voorkomen.
PNEA komt veel voor: het is een serieus signaal dat er iets aan de hand is. Het gaat vaak om dingen waar mensen zich niet van bewust zijn. Het is zeer belangrijk dat dit signaal serieus wordt genomen en verder wordt onderzocht.
Diagnose PNEA
De neuroloog kan vaak aan de verschijnselen die tijdens een aanval optreden zien of er sprake is van epilepsie of PNEA. Daarnaast is het bij SEIN mogelijk om door middel van video monitoring, soms in combinatie met een EEG, te onderzoeken wat de aard van de aanvallen is.
Blijkt er sprake te zijn van PNEA, dan kan bij SEIN onderzoek gedaan worden naar de oorzaak hiervan. Dit gebeurt onder andere door een uitgebreid psychologisch onderzoek.
Behandeling PNEA
PNEA kan niet worden behandeld met medicijnen. Psychologische behandeling kan wel helpen. De neuroloog en psycholoog van SEIN kijken samen welke behandeling het meest geschikt is, en waar dat het beste kan.
PNEA bij kinderen
PNEA komt ook voor bij kinderen. Dat kan erg vervelend zijn: het zorgt vaak voor veel angst en onrust op bijvoorbeeld school, thuis en bij vrienden. Als blijkt dat uw kind PNEA heeft, staat er bij SEIN een heel multidisciplinair team klaar om uw kind en uw gezin te helpen.
In het team zit bijvoorbeeld een kinderpsycholoog, een psychomotorische therapeut en wordt spel- of dramatherapie ingezet. Er is een medisch maatschappelijk werker om de ouders te ondersteunen en te adviseren. Ook de school van het kind krijgt training als dat nodig is, en wordt in contact gebracht met het Landelijk Werkverband Onderwijs en Epilepsie (LWOE). Dit omdat er vanwege de PNEA ook vaak school- en leerproblemen zijn.